prof. Depypere geeft duiding over verband tussen borstkanker en een hormonenbehandeling tijdens de menopauze
Een enquête van de Belgische Vereniging voor Menopauze (BVM) bij meer dan 1.300 vrouwen en een zestigtal huisartsen maakt duidelijk dat vrouwen hun menopauze helemaal anders ervaren dan wat dokters erover denken.
CRIG groupleader prof. Herman Depypere licht toe waarom vrouwen vandaag de dag onterecht denken dat een hormonenbehandeling, die menopauze-klachten kan verhelpen, de kans op borstkanker verhoogt.
Anderzijds verhoogt het nodeloos blijven nemen van de pil door vrouwen, die niet weten dat ze in de menopauze zijn, wél de kans op borstkanker.
Eén op de tien vrouwen in de overgangsleeftijd weet zelfs niet óf ze al in de menopauze is. "Dat is logisch als ze voor een spiraaltje kozen als anticonceptie. Maar sommige vrouwen blijven gewoon de pil verder slikken", weet prof. Depypere. "Maar dan is het vrouwelijk hormoon veel te hoog gedoseerd, waardoor ze een hoger risico lopen op borstkanker."
Net uit vrees voor borstkanker zagen artsen rond het jaar 2000 tal van vrouwen hun hormoonbehandeling stopzetten.
Depypere: "Er doken toen studies op waaruit bleek dat een aantal vrouwen die hormonen slikten, borstkanker ontwikkelden. In die tijd is er vaak 'overbehandeld'. De dosis oestrogeen wordt nu zo laag mogelijk gehouden. Onderzoek dat dit jaar is gepubliceerd, toont aan dat vrouwen dankzij hun hormonale behandeling nu 30% minder risico lopen op borstkanker. Ze hebben ook minder last van osteoporose en lopen een kleiner risico op hart- en vaatziekten. Maar door die oude, foute verhalen is er een hele generatie die liever opvliegers krijgt dan hormonen te nemen."
Lees het volledige artikel in 'Het Laatste Nieuws' (10 oktober 2018).