Gerichtere kankerbehandeling op basis van bloedstaal: eerste lessen uit unieke ‘ProBio' studie

CRIG

Als prostaatkanker tijdig wordt opgemerkt, zijn de genezingscijfers zeer goed. Dit geldt jammer genoeg niet bij uitgezaaide prostaatkanker. Niet alle patiënten reageren goed op de bestaande  chemotherapie en nieuwe doelgerichte hormonale behandelingen.  Het is voor de behandelende arts moeilijk in te schatten welke behandeling voor een bepaalde patiënt de beste kans op slagen heeft. De ‘ProBio’ (prostaat-biomerkers) studie zoekt op een unieke manier naar antwoorden. De eerste resultaten zijn nu gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift Nature Medicine.

Een unieke onderzoeksmethode
Bij de meeste klinische studies worden behandelingen 1 op 1 vergeleken door patiënten onder te verdelen in twee groepen: een groep die de nieuwe behandeling krijgt en een controlegroep die op de standaardmanier wordt behandeld. Deze klassieke methode heeft echter nadelen. Dergelijke studies zijn veelal ontworpen vanuit een ‘one-treatment-fits-all’ standpunt, patiënten worden vooraf te weinig geselecteerd, en men wil aantonen dat de nieuwe behandeling het gemiddeld beter doet dan de standaardbehandeling. Bovendien is er geen plan B voor patiënten uit de controlegroep, of voor wie de nieuwe behandeling niet (voldoende) aanslaat. In die gevallen stopt de studie voor de patiënt in kwestie, die verder behandeld wordt in de routinezorg. 

De ProBio-studie tracht deze nadelen teniet te doen. Patiënten bij wie de behandeling niet aanslaat, kunnen in de loop van de studie een andere behandeling krijgen met grotere kansen op succes.  Patiënten kunnen zo maximaal  drie keer aan een nieuwe behandeling toegewezen krijgen.

Precisiegeneeskunde en meer patiëntenselectie
Ook uniek aan ProBio is de manier om uitgezaaide prostaatkanker te behandelen met een doelgerichte therapie, gekozen op basis van het DNA-tumorprofiel. Bij wie  in aanmerking komt om in de studie te stappen, wordt op basis van een vloeibare biopsie – hier een bloedstaal – het genetische profiel van de patiënt bepaald alvorens die toe te wijzen aan een bepaalde studiegroep. Op die manier kan de studie verbanden aantonen tussen het voorkomen van bepaalde genetische veranderingen en het al dan niet reageren op een bepaald type behandeling. Zo kunnen dus prostaat biomerkers geïdentificeerd worden.

Eerste resultaten: p53 blijkt bepalend eiwit
Sinds de start van de studie in 2019 namen  al 784 patiënten uit 31 ziekenhuizen in België, Zweden, Noorwegen en Zwitserland deel aan de studie. De eerste resultaten bij 193 patiënten die behandeld werden met een nieuw hormonaal middel, chemotherapie, of een door de arts gekozen behandeling zijn nu bekendgemaakt in Nature Medicine. Over alle groepen heen zagen de onderzoekers dat patiënten die  nieuwe hormonale middelen kregen het beter deden dan patiënten die behandeld werden met een op taxanen gebaseerde chemotherapie. 

Als werd ingezoomd op de groepen op basis van de verschillende genetische tumorprofielen in het bloed, bleek het verschil in resultaat tussen die nieuwe hormonale middelen en chemotherapie het meest uitgesproken in de groep patiënten bij wie er geen DNA-veranderingen konden worden gevonden in de genen voor p53 (een belangrijk eiwit betrokken bij het herstel van fouten in het DNA) en de androgeenreceptor (een belangrijke hormoonreceptor). Bij patiënten met veranderingen in p53 bleek geen van de behandelingen goed te werken. Dit onderstreept het belang van verder onderzoek naar nieuwe behandelingen voor deze patiënten.

ProBio als model
De ProBio-studie leverde dus al heel wat relevante inzichten op, en zal dat naar verwachting de komende jaren blijven doen. Meer nog dan de individuele conclusies, laat de studie zien dat het mogelijk is om een vloeibare biopsie voor biomerkeranalyse te gebruiken voor gepersonaliseerde behandelingen. ProBio kan dus dienstdoen als model voor andere studies, en zo een bijdrage leveren in de transitie naar meer gepersonaliseerde geneeskunde in de oncologie. 

De ProBio-studie van Dr. Bram De Laere en partners uit het Karolinska Instituut (Zweden) werd  samen met Prof. Piet Ost (UGent) naar België gebracht met de steun van Kom Op Tegen Kanker. De internationale samenwerking tussen CRIG en het Karolinska Instituut wordt ook ondersteund door het UGent Internationale Thematische Netwerk (ITN) 'PrIOMiC', dat zich focust op precisie-oncologie, immuunoncologie en de ontwikkeling van nieuwe kankermodellen.

Meer weten over dit onderzoek? Dat kan...